Mariebjerg |
Kopenhagen, Denemarken Gudmund N. Brandt 1926 – 1933
|
---|
Citaten uit het Deense cultuurlandschap
Op weg naar Kopenhagen rij je vanuit Duitsland over het vasteland van Jutland via het eiland Funen naar Seeland. Het agrarische landschap bestaat uit een combinatie van omsluitende hagen, dichte bospercelen en open weidevelden.
Aan het begin van de twintigste eeuw was er in het snel groeiende Kopenhagen behoefte aan een nieuwe gemeentelijke begraafplaats. Landschapsarchitect Gudmund N. Brandt ontwierp in 1926 begraafplaats Mariebjerg, gelegen op voormalige landbouwgronden aan de noordrand van de stad. Begraafplaatsen in Kopenhagen hadden tot dan toe veelal een klassieke indeling. Ter weerszijden van lange lanen lagen individuele graven, elk met een eigen uitstraling. Brandt had een ander beeld voor ogen: het individuele graf moest ondergeschikt zijn aan het grotere geheel.
Hij ontwierp de ruim 25 hectare grote begraafplaats als een rigide raamwerk van brede lanen en taxushagen. Elke laan is beplant met een andere boomsoort – er zijn lanen met iep, wilg, haagbeuk en grove den. De begraafplaats bestaat uit bijna vijftig rechthoekige vakken. Bestaande landschapselementen zijn opgenomen in het ontwerp. Zo is een appelgaard omgevormd tot appellaantje. De vakken bieden plaats aan allerhande denominaties en ruimtelijke ervaringen. Er zijn ‘traditionele’ vakken met om elk graf een lage haag, maar ook vakken met wilde graslanden en vergane houten kruizen. Aan de randen liggen natuurgraven, zoals urnengraven in een bos, met alleen een steen als gedenkteken.
De invulling van elk vak in het raamwerk is een interpretatie van karakteristieke elementen uit het Deense cultuurlandschap, zoals het dichte bos, de greppel, de weide en het veld, de overgroeide helling en de goed onderhouden tuin. Dit palet was de basis voor Brandts moderne esthetiek. Op Mariebjerg is een Skovafdelingen te vinden, een bos met eikenhouten kruizen in ruig grasland met Deense bosplanten. Door de strakke hagen klimt af en toe een roos, of een haag wordt onderbroken door een boom, zoals in de gemengde hagen van het eiland Funen. De Omorika-allee is een avenue met hoge ranke sparren op een verhoogd muurtje. De bomen doen denken aan de windbrekers rond de velden van West-Jutland, de stenen muurtjes lijken op de exemplaren die terug te vinden zijn in landbouwgebieden.